IC

april 2016

De zon is nog maar net op als we de lift van het ziekenhuis instappen. "Ah, familie uit Lochtenberg," klinkt het uit de mond van een verpleegster. Drie paar ongeruste ogen draaien zich in haar richting: weet zij meer - zijn we te laat? Totaal onbewust van haar faux pas kwettert ze verder. "Jullie wonen toch in de buurt van de Hooglandlaan? Ik ook, fijne buurt hoor." Slechts half begrijpend stamel ik "tot ziens dan" als we onze verdieping hebben bereikt. Amper een kwartier later stappen we dezelfde lift weer in, achter ons familielid aan dat naar de Intensive Care wordt gebracht.

gang van een ziekenhuisIn de dagen die volgen is het bankstel naast de IC onze hangplek. De regel "maximaal 2 bezoekers" wordt hier strikt nageleefd. Vanaf de bank leren we de organisatie, haar mensen en kleuren kennen. Khaki voor de technicus, donkerblauw voor de elektricien. Wit met geel is een schoonmaker, wit met groen verplegend personeel. Artsen mogen hun eigen setje samenstellen en fladderen in nonchalant wit voorbij. De paarse stropdas die ik eerst voor de cateraar aanzie, blijkt de medewerker van het mortuarium. De catering wordt verzorgd door dames en heren in krijtstreep.

In het gedrag van onze mede-bankzitters herken ik de emoties die een IC-opname met zich meebrengt. In een familie ontstaat een vurige discussie, half in het Nederlands, half in het Turks. Een jonge puberzoon zit er beschaamd tussen, terwijl zijn kleine zusjes zich niets van de heftige woorden aantrekken. Een volslagen onbekende vertelt me in vijf minuten alle gebeurtenissen van de afgelopen twee weken, tot het laatste feestmaal aan toe. Haar man kan me alleen maar wanhopig zwijgend aanstaren. Zijn blauw omrande ogen kijken me smekend aan: zal het ooit nog goedkomen met zijn dochter?

Slechts één deur verder heerst de kalmte van een strak georganiseerde zorgmachine.



gerelateerde berichten: Stemmige omgeving - Muurisolatie (2)